
De heldinnen van Artemisia Gentileschi
‘È vero, è vero, è vero! Het is waar, het is waar, het is waar!’ schreeuwt Artemisia Gentileschi door de rechtszaal. Het is maandagochtend 14 mei 1612. We zijn in Rome. Tegenover elkaar staan Artemisia Gentileschi, 19 jaar, en Agostino Tassi, 32 jaar. Wat is er gebeurd?
Gepubliceerd in MUZE 3, zomer 2021
Artemisia Gentileschi is hard op weg om kunstenaar te worden. Omdat haar vader, Orazio Gentileschi, ook kunstenaar, haar talent onderkent, heeft hij Agostino Tassi ingehuurd om haar perspectieflessen te geven. Agostino is, behalve bekend kunstenaar, ook nogal een lul. Hij verkracht Artemisia, belooft haar te trouwen, maar blijkt dan al getrouwd te zijn.
Om de eer van de familie te redden – maar ook om een aantal schilderijen terug te krijgen die Tassi en passant gepikt zou hebben – heeft Orazio een rechtszaak aangespannen. ‘Io dico così che tutto quello che ho detto è la verità e se non fosse la verità non l’avrei detta. ‘Ik zeg dus dat alles was ik heb gezegd de waarheid is en als het niet de waarheid zou zijn geweest dan zou ik dat niet hebben gezegd’, zet Artemisia haar verklaring kracht bij.
Tijdens de marteling – vast onderdeel binnen de Romeinse rechtsgang om de waarheid te achterhalen – schreeuwt Artemisia keer op keer ‘È vero! ‘Het is waar!’ Bloed drupt van haar vingers.
Ongewenste roem
Tassi wordt veroordeeld, maar het is Artemisia die verliest. Heel Rome heeft maandenlang haar rechtszaak gevolgd. Ze hebben zelfs mee mogen kijken tijdens de gynaecologische onderzoeken die ze heeft moeten ondergaan. Ze is beschaamd in een cultuur die om eer draait. Maar Artemisia vecht terug. En dat doet ze met schilderijen.

Kijk maar eens naar Judith onthoofdt Holofernes (1612). Natuurlijk, dit is de verbeelding van de Israëlitische Judith uit het Oude Testament, die de Assyrische generaal Holofernes vermoordt. Maar in Judith zijn ook de trekken van Artemisia te herkennen. Die stomdronken kop van Holofernes, zou dat Agostino Tassi zijn?
Judith is rustig, sterk en vastberaden. Het is kenmerkend voor Artemisia’s stijl. Je ziet het ook in Jaël en Sisera (1620). Haar hoofdpersonen zijn vrouwen, geen mannen. Haar vrouwen zijn niet wulps of charmant, maar sterk. Ze zijn allesbehalve lijdend voorwerp, ze hebben wel betere dingen te doen. Een pin door iemands slaap meppen bijvoorbeeld.
In 1620 maakt Artemisia een tweede versie van Judith onthoofdt Holofernes. Dat doet ze vaker. Zo legt ze omstreeks 1622 de laatste hand aan haar tweede versie van het Bijbelse verhaal over Susanna. De vrome Susanna wordt tijdens het baden lastiggevallen door twee ouderlingen die seks met haar willen.
Vrouwelijk perspectief
Nu is Artemisia niet de eerste die dit verhaal als uitgangspunt neemt. Zo gaan bijvoorbeeld Tintoretto (ca. 1555) en Annibale Carracci (ca. 1590) haar voor. Opvallend is echter het verschil in perspectief. Zo lijkt Tinteretto’s Susanna de blikken van de mannen niet op te merken of juist te verwelkomen, waarmee de ouderlingen de hoofdfiguren worden en Susanna het onderwerp van begeerte. Carracci verbeeldt Susanna in een ontspannen en bijna geërotiseerde pose, alsof ze openstaat voor de aandacht van de mannen.


Artemisia schildert deze voorstelling vanuit een vrouwelijk perspectief: Susanna schrikt en probeert haar naakte lichaam te beschermen. Ze maakt uiteindelijk meerdere versies. Susanna is consequent de hoofdpersoon.
Artemisia’s oeuvre wordt vaak geïnterpreteerd als een feministische reactie op haar persoonlijke ervaringen, maar doe je haar daarmee niet te kort? Ze was een kind van haar tijd. Ze gaf een eigen draai aan de grote, dramatische onderwerpen die zo populair waren tijdens de Barok. Ze hanteerde een ander perspectief dan haar tijdgenoten en ze was steengoed. È vero.
Dit vond ik ook leuk om te doen: