Voor keiharde content over kunst

Hansken (ca. 1637) - Rembrandt. British Museum, Londen


Let’s talk about the elephant in the room


Musea hebben het zwaar. Vooral als ze geen rijkssubsidie ontvangen. Helemaal wanneer ze voor driekwart van de eigen inkomsten afhankelijk zijn van buitenlandse bezoekers, zoals het Rembrandthuis. Daarom richt het Rembrandthuis zich voortaan meer op de Nederlandse bezoeker. Ze trappen af met Hansken. Met wie?

Gepubliceerd in MUZE 2, lente 2021

Hansken was in de zeventiende eeuw de enige levende olifant in Europa. Ze – Hansken was een vrouwtjesolifant – werd in 1630 in Ceylon, het huidige Sri Lanka, geboren. Op driejarige leeftijd kwam ze met een VOC-schip naar Holland, als cadeau voor niemand minder dan prins Frederik Hendrik van Oranje. Na een paar jaar komt ze in handen van een zekere Cornelis Jacobs van Groenevelt en begint haar avontuur.

Van Groenevelt, een oud-militair, leert Hansken kunstjes en grappen. Een pootje geven, dansen, een geweer afschieten, hoerenlopers aanwijzen. Hiermee trekken ze dwars door Europa. Van jong tot oud, van arm tot rijk, iedereen wil de olifant zien. In de zeventiende eeuw gelooft men dat een olifant ‘mensenverstand’ heeft. Dat maakt nieuwsgierig. Om hun komst aan te kondigen laat Van Groenevelt een prent maken waarop Hansken allerlei kunstjes doet. Met die prent start het onderzoek van Michiel Roscam Abbing, gast-curator van de Hansken-tentoonstelling.

Gravure olifant Hansken. Rijksmuseum, Amsterdam

Roscam Abbing: ‘Ik was in het archief van Harderwijk op zoek naar totaal iets anders, toen ik aantekeningen van Ernst Brink, de toenmalige regent van Harderwijk, tegenkwam. Aantekeningen over olifanten. Nu ben ik gepromoveerd op Rembrandt en daardoor wist ik dat er discussie bestond over de olifant die Rembrandt getekend had. Men kon het niet eens worden of dat dezelfde olifant was die op Van Groenevelts reclameprent staat afgebeeld. Ik las de aantekeningen van de heer Brink en dacht: verdomd, het ís dezelfde olifant!’

De kunsthistoricus schrijft er in 2006 een boek over: Rembrandts olifant – het verhaal van Hansken. Vanaf dat moment komt hij niet meer van de olifant af. ‘Het begon met een mail uit Polen, van iemand die bronnen kende waaruit bleek dat Hansken ook Polen heeft bezocht’. Daarna volgen uit heel Europa berichten. Dat gaat door tot op de dag van vandaag. ‘Vorige week heb ik nog een nieuwe plaats ontdekt’, glundert Roscam Abbing. ‘In 1654 is Hansken in Piacenza, Italië. In het dagboek van een plaatselijke geestelijke staat dat een jongeman stierf omdat hij Hansken voor de grap een appel had aangereikt en die vervolgens niet had gegeven. De olifant werd zo boos dat ze hem eerst in de lucht heeft gegooid en daarna vertrapte’.

Stukje bij beetje komt Hansken tot leven: ‘Het is een uniek verhaal. Je kunt het zo gek niet verzinnen of Hansken heeft het meegemaakt. Ze stond voor de klas, zakte door een brug (de brug werd herbouwd en kreeg de naam ‘Olifantsbrug’), vermaakte de vrede-onderhandelaars in Münster, speelt een rol in Vondels Gijsbrecht van Aemstel. Ze heeft zelfs de verloving van Ferdinand III, de grote keizer van Wenen, opgeluisterd’.

Hansken (1637) - Rembrandt. Rijksmuseum, Amsterdam

Allemaal hartstikke interessant natuurlijk, maar wat doet die olifant in het Rembrandthuis? Roscam Abbing: ‘Hansken kwam op plekken waar veel publiek was; kermissen, jaarmarkten. In Amsterdam was de jaarmarkt op het Boterplein, het huidige Rembrandtplein. Rembrandt woonde daar om de hoek. Hij heeft haar daar hoogstwaarschijnlijk gezien.

In 1637 heeft hij een schitterende tekening van Hansken gemaakt. Hansken is daarop nog klein; heel aandoenlijk. Rembrandt heeft de kleine haartjes op haar hoofd ongelofelijk knap getroffen. Met houtskool heeft hij de structuur van de huid benaderd. Hansken staat pontificaal op het papier. Met Rembrandts signatuur eronder is het dus eigenlijk een prachtig portret van Hansken. De tekening vormt een van de hoogtepunten van de tentoonstelling. Een ander hoogtepunt is Hanskens schedel.  

Voor Rembrandt en andere schilders was het van belang om, zodra ze de kans kregen, exotische dieren te tekenen. Zo konden ze deze natuurgetrouw in historiestukken of bijbelstukken verwerken. Een jaar nadat Rembrandt Hansken gezien heeft op het Boterplein verschijnt ze in de achtergrond van zijn ets van Adam & Eva. Met opgeheven slurf rent ze door het paradijs. ‘Het leuke daarvan is dat de eerste kopers van die ets Hansken ook in het echt hadden gezien’, vertelt Roscam Abbing. ‘Die zagen dus ineens een heel actueel element in een oudtestamentisch tafereel’.

Adam en Eva in het paradijs (1638) - Rembrandt. Museum Het Rembrandthuis, Amsterdam

Dat is het wonderlijke van Hansken; overal waar ze opduikt komen vervlogen tijden tot leven. Het verhaal van Hansken is een soort avonturenroman, maar dankzij het bronnenonderzoek van Roscam Abbing weet je zeker dat alles echt is gebeurd. Een olifant die je meeneemt naar de VOC, de politiek, de wetenschap, het onderwijs en vooral de kunst van de zeventiende eeuw. Nu maar hopen dat Hansken net zo populair is als vier eeuwen geleden.