
Waarom kennen we deze vrouwelijke kunstenaars niet?!
Noem eens drie vrouwelijke kunstenaars uit de twintigste eeuw. Niet Googelen, gewoon uit je hoofd. Wees eerlijk: kwam je verder dan Frida Kahlo? Geen zorgen als dat niet het geval was. Dat ligt niet aan jou. Maar aan wat dan wel? De twintigste eeuw heeft tal van baanbrekende vrouwelijke kunstenaars voortgebracht. Zij maakten onderscheidend werk en deden niet onder voor hun mannelijke collega’s. Waarom kennen we ze dan niet?
Gepubliceerd in MUZE 3, zomer 2022
Toegegeven, er waren minder vrouwelijke kunstenaars dan mannelijke. Dat komt door de ongelijke regels die door de eeuwen heen voor vrouwen golden. Vrouwen werden niet geacht te werken, werden niet toegelaten tot opleidingen. Als Charley Toorop haar gezin op de tweede plaats zet voor de kunst wordt haar dat enorm kwalijk genomen. Als Picasso zijn kinderen in de steek laat voor de schilderkunst kraait er geen haan naar.
Maar de genadeklap wordt gegeven door het ontstaan van kunstgeschiedenis als vak in de negentiende eeuw. De negentiende was een patriarchale eeuw en dus werd de basis voor de westerse canon gelegd door mannelijke kunsthistorici die uitsluitend focuste op mannelijke kunstenaars. De vrouwelijke werden rigoureus de boeken uit geschreven.
De gevolgen hiervan zijn tot op de dag van vandaag zichtbaar: in musea hangen veel minder kunstwerken van vrouwelijke kunstenaars dan van mannelijke en vrouwelijke kunstenaars hebben in elke fase van hun carrière te maken met een glazen plafond.
Reden te meer om de schijnwerper te richten op vijf Nederlandse vrouwelijke kunstenaars uit de twintigste eeuw die je moet kennen. En het leuke is: van alle vijf kun je dit najaar werk gaan bekijken.

Else Berg
Al heb je misschien nog nooit van haar gehoord, je kunt haar al wel een keer gezien hebben. Else Berg (1877-1942) is de Dame met grote hoed in prieel van Leo Gestel uit het Frans Hals Museum. Berg groeit op in het Poolse Racibórz, maar vertrekt eind negentiende eeuw naar Berlijn om daar een kunstopleiding te volgen. Met kunstenaar Samuel ‘Mommie’ Schwarz, met wie ze in 1920 zal trouwen, woont ze achtereenvolgens in Parijs en Amsterdam. Niet samen, trouwens. Ze hebben ieder een eigen atelierwoning. Haar stijl is al even eigenzinnig. Ze maakt portretten, stillevens, landschappen en dorpsgezichten en laat zich steeds opnieuw door moderne, avant-gardistische stromingen inspireren.

Lou Loeber
Als echte rooie rakker vindt Lou Loeber (1894-1983) dat kunst vooral een maatschappelijk doel dient: kunst moet bijdragen aan de bewustwording van de mens. Uiteindelijk zal dat leiden tot een socialistische maatschappij. Haar werk moet herkenbaar zijn zodat iedereen haar kunst kan begrijpen. Abstracte kunst vindt ze onbegrijpelijk en dus elitair. Haar schilderijen bevatten sterke lijnen, geometrische vormen en opvallende kleuren. Ze reproduceert ze zodanig dat ook mensen met weinig inkomen ze kunnen kopen. Door de ontgoocheling van de tweede wereldoorlog raakt Loeber haar geloof in een socialistische samenleving kwijt. Vanaf 1945 gaat ze steeds abstracter werken.
Eva Besnyö
De carrière van Eva Besnyö (1910-2003) begint in Budapest, waar ze op aanraden van haar oom besluit fotograaf te worden. Ze gaat in de leer bij fotograaf Jozsef Pesci. Na haar examen vertrekt ze naar Berlijn, waar ze kennis maakt met experimenteel progressief theater, Russische film, het Bauhaus en de Nieuwe Architectuur. Ze ontmoet er ook fotograaf en regisseur John Fernhout, de zoon van Charley Toorop, met wie ze trouwt en naar Nederland verhuist. Hier houdt ze in 1933 haar eerste solotentoonstelling. In de jaren ’70 speelt ze een belangrijke rol in de vrouwenbeweging; ze sluit ze zich aan bij Dolle mina. Met het vastleggen van alle acties en protesten zet ze haar werk in voor maatschappelijke verandering.


Marlene Dumas
Indringende portretten, hoofden zonder lichaam, overweldigende beelden. Ieder schilderij van Marlene Dumas (1953) is een dwingende, emotionele ervaring vol symboliek en verwijzingen. Het maakt haar een van de belangrijkste kunstenaars van dit moment. Haar intense schilderijen gaan over existentiële onderwerpen (liefde, dood, verlangen) en kenmerken zich door expressionistische, conceptuele en erotische elementen. Ze laat zich vaak inspireren door foto’s uit kranten, filmstills en beelden uit de kunstgeschiedenis en heeft in haar 45-jarige carrière een eigen beeldtaal ontwikkeld: verleidelijk en uitdagend, onvoorspelbaar en macaber tegelijk. Haar schilderijen worden voor miljoenen verkocht, bevinden zich in collecties over de hele wereld en ze is nog lang niet uitgeschilderd.

Iris Kensmil
Met haar indrukwekkende olieverfschilderijen, tekeningen en installaties zet Iris Kensmil (1970) zich in om de geschiedenis van de zwarte emancipatiebeweging een centrale plek in de westerse wereld te geven. Ze schildert burgerrechtenactivisten, intellectuelen, schrijvers. Haar levensgrote portretten van zwarte feministes was in 2019 de Nederlandse inzending voor de Biënnale van Venetië. In de nog altijd groeiende serie We the people who are darker than blue portretteert ze, in inkt en pastelkrijt, zwarte muzikanten die protestliederen zongen. Kensmil werd geboren in Amsterdam, maar bracht haar jeugd door in Suriname. Ze volgde de kunstacademie in Groningen. Voor haar werk doet ze veel onderzoek, waarvoor ze samenwerkt met de The Black Archives, het archief van zwarte schrijvers en wetenschappers in Amsterdam.
Dit vond ik ook leuk om te doen: